Het vrouwelijke dilemma Sympathiek of Succesvol?

24-10-17 0 reacties

Vrouwen willen graag aardig gevonden worden. Liever dat dan leiding geven en onsympathieke beslissingen moeten nemen. Liever geen stap omhoog op de ladder dan voor bitch te worden versleten.Sympathiek of succesvol

Toen er een vacature op haar pad kwam voor de functie van afdelingshoofd, met twintig mensen onder zich, besloot Marian, werkzaam in het hoger onderwijs, om niet te solliciteren. ‘Ik wist dat ik niet blij zou worden van die baan. Ik had geen ervaring met leidinggeven. En ik was bang voor conflicten, dat mensen me niet leuk zouden vinden.’

Vrouwen en de angst om niet aardig gevonden te worden, het lijkt een niet te scheiden combinatie. Dat beaamt wetenschapsjournalist Mark Mieras, auteur van Liefde, over de neurobiologie van de liefde, en columnist van Lof. Erger nog, het kan een regelrecht obstakel zijn in de carrière van vrouwen. ‘Aardig gevonden willen worden is een oeroud instinct dat vrouwen in de moderne samenleving vaak in de weg zit. Door aardig te zijn, blijven vrouwen betrokken bij het vrouwennetwerk om hen heen, krijgen ze de beste informatie en komen ze niet aan de zijlijn te staan. Toen we nog in grotten leefden, was dat cruciaal om te overleven. Dat zit heel diep: vrouwen waren afhankelijk van elkaar. Lastig, want tegelijkertijd waren ze concurrenten, als het ging om het vinden van de meest geschikte man.’

 

Dwangmatige neiging

Op het werk worden feitelijk tegenstrijdige eisen gesteld aan vrouwen, volgens Naomi Ellemers, hoogleraar sociale en organisatiepsychologie in Leiden, winnaar van een Spinozapremie en auteur van Je werkt anders dan je denkt. ‘Om succesvol te zijn, moeten vrouwen zich competent tonen. Om vrouwelijk te zijn, moeten ze aardig zijn. Dat gaat niet gemakkelijk samen’, zegt ze. Behalve de evolutie is ook de opvoeding debet aan die dwangmatige neiging om aardig te zijn, benadrukt Ellemers.

‘Meisjes weten al heel jong dat ze scoren door aardig te zijn. Voor jongens wordt dat veel minder belangrijk gevonden.’ Die patronen zitten in onze genen: we zijn ze ‘de komende tienduizend jaar’ nog niet kwijt, voorspelt Mieras. Wat niet wil zeggen dat er voor die tijd niets verandert op de werkvloer. ‘Als we ons ervan bewust zijn, kunnen we best over die oude patronen heenstappen. Veel andere patronen hebben we ook leren temmen. We hebben geleerd te praten in plaats van te vechten, bijvoorbeeld.’ En gelukkig krijg je ook rust in je hoofd door ouder worden en meer ervaring, volgens Mieras, en neemt de neiging om aardig gevonden te worden af.

 

Zelfvertrouwen

Marian, inmiddels midden veertig en opgeklommen tot projectmanager in het hoger onderwijs, herkent dat. In de loop der jaren heeft ze geleerd dat werknemers van je verwachten dat je in een leidinggevende rol soms minder leuke dingen moet zeggen, ook al vinden ze het niet prettig. ‘Dat heb ik ontdekt door ouder te worden. Inmiddels ben ik zodanig gegroeid dat ik het nu wel aan zou durven. Aardig gevonden worden, wordt minder belangrijk. Dat heeft met werkervaring te maken, je krijgt een professionelere houding, meer zelfvertrouwen.’ Spijt dat ze destijds niet heeft gesolliciteerd op die topfunctie heeft ze niet.

‘Die inschatting van mezelf klopte wel. Het was ook meteen vijf schalen hoger.’ Marian geeft nu leiding aan tijdelijke teams. ‘Eigenlijk is dat veel lastiger dan wanneer je heel duidelijk het hoofd van een afdeling bent. Ik geef wel leiding, maar heb geen bevoegdheden. Als dingen de spuigaten uitlopen, kan ik alleen bij de echte chef aankloppen. Dus misschien is een echte leidinggevende positie nog niet zo’n slechte volgende stap.’ Toch kan ze zich niet voorstellen dat ze er ooit helemaal overheen groeit, over dat verlangen om sympathiek over te komen. ‘Maar dat is niet zo erg. Ik zou er geen aardiger mens van worden als het me niet meer interesseerde wat mijn collega’s van me vonden. Ik wil toch graag in de eerste plaats mens zijn, daarna pas leidinggevende. Je mag er best oog voor hebben dat werknemers last kunnen hebben van jouw beslissingen.’

 

Hard op de inhoud

Een topfunctie is mensenwerk, zegt ook Shula Rijxman, bestuurderslid van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Wat haar betreft gaan ‘aardig gevonden willen worden’ en carrière maken prima samen. Ze noemt ‘aardig zijn’ een pre in een hoge functie. ‘Ik probeer in een gesprek altijd de belangen van gesprekspartners in de gaten te houden. Tegelijkertijd laat ik me niet omver blazen door degene die tegenover me zit, dan wordt het niks. Je moet als leidinggevende op je standpunten kunnen blijven staan’ Hard op de inhoud, zacht op de relatie, noemt Rijxman dat. Ze past het dagelijks toe in haar baan. ‘Uit overtuiging.’

Haar richtlijnen: ‘Stel niet altijd je eigen denken centraal, denk ook aan die ander. Probeer niet altijd om zoveel mogelijk punten te scoren, maar om te overbruggen.’ Iedereen wil sympathiek gevonden worden, vrouwen én mannen, aldus Rijxman. ‘Dat heeft te maken met het feit dat elk mens waardering zoekt. Alleen: mannen piekeren er minder over. Ik vond het bijzonder om te lezen dat sinds columnist Maxim Februari hormonen gebruikt voor zijn transitie tot man, hij minder wordt geplaagd door twijfels of hij wel aardig gevonden wordt.’

Volgens hoogleraar Ellemers blijkt ook uit diverse onderzoeken dat mannen minder ‘last’ hebben van ‘aardig willen zijn’, omdat zij in hun werk hierop minder worden beoordeeld. ‘Het is een factor waar mannen simpelweg minder rekening mee hoeven houden.’ En daarmee hebben mannen twee voordelen, volgens wetenschapsjournalist Mark Mieras. ‘Ze bekommeren zich minder om wat anderen van hen vinden en ze worden zowel door mannen als door vrouwen makkelijker geaccepteerd als leidinggevende. Daardoor hoeven ze zich minder te bewijzen. Dat is geen verdienste, dat zit in hun oerpatroon. Veertigduizend jaar geleden zorgden ze zelf voor hun vlees en – een beetje kort door de bocht – als een vrouw niet beviel, dan namen ze een ander. Mannen werden toen al minder geplaagd door dilemma’s.’

Geen samenzwering

Zullen vrouwen ooit over die drang om aardig gevonden te willen worden heengroeien? ‘Ja, maar ze moeten dan wel bij zichzelf beginnen en niet mannen de schuld geven’, meent Mieras. ‘Het mannenbolwerk is geen samenzwering, maar een cultuur die is gegroeid. Daarmee pleit ik de mannen niet vrij, maar er zal niets veranderen zolang vrouwen zichzelf als hun slachtoffer zien. Begin met je eigen patroon aan te pakken: relativeer bijvoorbeeld het gevoel van bedreiging door andere vrouwen. Net als mannen moeten vrouwen elkaar als bondgenoten zien, en niet als concurrenten.’ Wat hij bij succesvolle vrouwen ziet, is dat ze zich bewust zijn van storende oermechanismen en zich onafhankelijk opstellen, zegt Mieras. ‘Ze hoeven niet per se deel uit te maken van de groep en voelen zich niet onveilig.’

‘Vrouwen zullen inderdaad hun eigen houding moeten vinden: noch bitch, noch ‘alleen maar aardig’, adviseert hoogleraar Ellemers. ‘Het maakt deel uit van het labyrint waar vrouwen doorheen moeten als ze naar de top willen.’ Zelf had Ellemers geen voorbeelden in haar werkomgeving om te kopiëren. ‘Pas in Australië, de VS en Duitsland trof ik vrouwen met verantwoordelijke posities in de wetenschap. Daarom heb ik onlangs besloten me open te stellen voor jonge vrouwen die carrière willen maken. Ik wil hun de raad geven die ik graag zelf had willen hebben.’

Sociale voelsprieten

Vrouwen moeten zich realiseren dat lastige gesprekspartners niet tegen hen als mens ageren, maar voor hun eigen belangen opkomen, vindt Rijxman. ‘Verantwoordelijkheden nemen hoort bij een hoge functie, maar dat betekent niet dat je onaardig bent.’ Ze noemt het voorbeeld van een ontslag. ‘Als ik iemand moet ontslaan, doet dat me iets. Maar dat heeft mijn mannelijke collega ook. En dat móet ook, een hoge functie móet mensenwerk blijven.’ Kent Rijxman aardige vrouwen die carrière maken? ‘Ik ontmoet veel aardige vrouwen met ontzettend veel potentie. Daarom heb ik ook eerder dit jaar een publiek pleidooi gehouden voor meer vrouwen in praatprogramma’s op radio en televisie.

En er zijn gelukkig genoeg sympathieke vrouwen die de top al bereikt hebben. Denk aan staatssecretaris Jetta Klijnsma, eurocommissaris Neelie Kroes, oud-minister Sybilla Dekker en Christine Lagarde, directeur van het IMF: allemaal aardige vrouwen die absoluut niet bang zijn om uit te dragen wat ze vinden. En zo zijn er nog heel veel voorbeelden.’ Projectmanager Marian is benieuwd hoe vrouwen over drie generaties omgaan met het dilemma van ‘aardig zijn’. ‘Ik zie bij mijn dochter dat excelleren en competitief gedrag voor meisjes veel belangrijker zijn dan twintig jaar geleden. Daarin worden ze op school ook gestimuleerd. Dat is goed, tenslotte leveren die vrouwelijke schuldgevoelens en dat aardig gevonden willen worden niet veel op. Maar die vrouwelijke sociale voelsprieten moeten we niet afknippen!’

Wring jij je nog steeds in allerlei bochten? Of maak jij je ook niet meer druk over dit dilemma? Ik hoor het graag!

Lof Labyrint